Computermuis

Radartechnicus bedenkt doosje met een staart

Doug Engelbart (Portland, Oregon, 30 januari 1925)

Hij lijkt als twee druppels water op Mister Q, de technische rechterhand van James Bond. Hij is welgesteld, maar zeker niet zo rijk als Bill Gates, de baas van Microsoft, of al die nieuwrijke heren van Silicon Valley. Nochtans heeft hij ze rijk gemaakt.

Doug Engelbart is bijvoorbeeld de bedenker van Windows, het venstersysteem op ons computerscherm. Of van hypertext, de techniek waarmee je bij het aanklikken van een woord van het ene document naar het ander kunt springen.

Of van videoconferencing waarbij twee groepen van mensen met elkaar via de computer besprekingen kunnen voeren. Maar Engelbart is ook de uitvinder van de computermuis, het instrumentje dat de pc pas echt voor de huiskamer geschikt heeft gemaakt.

Doug Engelbart Douglas, afgekort Doug, Engelbart werd in 1925 uit een pioniersfamilie aan de Amerikaanse westkust geboren. Zijn vader had een kleine winkel waar hij radio’s verkocht en repareerde. De Grote Depressie bracht hem bijna aan de bedelstaf.

Hij stierf in 1934, en de negenjarige Doug verhuisde naar de kleine boerderij van zijn grootmoeder. ‘Opgroeiend zonder vader, had ik het gevoel dat ik anders was’, zou hij later zeggen. ‘Andere mensen wisten wat ze deden, ze werden begeleid, en ze hadden het geld om hun doel na te jagen.

Ik liep een beetje rond. Ik had nooit het idee dat ik zoals de anderen zou worden.

Ik herinner me dat we ooit op school op een rij zaten en dat ik de enige was met oude, kapotte schoenen. Mijn enig paar schoenen. Alleen op mijn schoenen zaten spatten gedroogde melk en koeienstront. Ik had geen flauw idee wat er van mij moest geworden.’
Van 1944 en 1946 was hij bij de marine in dienst op de Filippijnen. Hij werkte er als radartechnicus en las een boekje: Hoe moet ik iets van mijn leven maken? Hij zocht een baan als elektrisch ingenieur, maar hij was niet gelukkig. Hij leerde een vrouw kennen en verloofde zich.

Op zekere avond, rond Kerstmis, reed hij met de auto naar huis, stopte langs de weg en zei tegen zichzelf: ‘Ik heb geen doel in mijn leven.’ Daar, toen, ter plekke, kreeg hij de geniale Doug Engelbarts patentaanvraag 1967 ingeving om zijn radarkennis over te brengen op het beeldscherm van een computer.

Computers waren in die tijd, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, alleen maar grote rekenmachines, het ging alleen om cijfertjes. En alleen programmeurs konden erop werken. Doug Engelbart vroeg zich af hoe het zou zijn als je met andere symbolen op het scherm zou werken.

En dat ging. Als je die symbolen op je scherm had, hoe kon je dan het snelst van punt X naar punt Y lopen? In 1957 stuurden de Russen hun Spoetnik de ruimte in. De Amerikanen waren geklopt.
Engelbart kreeg plotseling van de NASA bakken geld om zijn gekke ideeën uit te testen. De planimeter, zo’n toestelletje waarmee je over een kaart kunt glijden en dat dan de oppervlakte omrekent, of de afgelegde afstand op een plattegrond aangeeft, die planimeter bracht hem op een idee.

Doug liet een doosje construeren met een wieltje dat horizontaal en een wieltje dat verticaal bewoog. Hij zette de bewe ging van de wieltjes om naar het scherm en zo kon je heel precies en heel snel van punt X naar punt Y bewegen.

Het verbindingdraadje zat aanvankelijk achteraan aan het doosje, wat maakte dat het erg op een muis geleek. Niemand, ook Engelbart niet, weet nog wie op het idee kwam het een muis te noemen. Het zag er gewoon zo uit. En iedereen noemde het zo. Dat was in 1966.

Pas in 1984 zou Apple de muis populariseren. Engelbart was met zijn ideeën veel te vroeg geweest. Sommige patenten waren eigendom van de instituten waarvoor hij had gewerkt, andere waren vervallen voor ze werden gecommercialiseerd.

De oude baas, de Mister Q van onze computer, woont vandaag met zijn vrouw met wie hij al meer dan veertig jaar getrouwd is, en twee katten aan de baai van San Francisco. Niet zo ver van zijn vier kinderen en acht kleinkinderen.

Zijn dochter Christina is een van de grote computerspecialisten van de Verenigde Staten. En over bezit heeft hij zo zijn eigen, haast boeddhistische filosofie: ‘De rijkdom van een mens’, zegt hij, ‘moet je afmeten aan hetgeen hij zich kan ontzeggen.’

Laat een reactie achter

nl_NLNederlands