De uitvinder die vooral bekend werd door de uitvinding van iemand anders
Girolamo Cardano (Pavia, 24 september 1501 – Rome, 21 september 1576)
Elke auto heeft een cardanas, een aandrijfas, een as die de beweging van de motor overbrengt op de wie- len, en die is genoemd naar de Italiaanse arts, wiskun- dige en astroloog Girolamo Cardano.
Hoe kan iemand die meer dan vierhonderd jaar geleden overleed, een onderdeel van de auto hebben bedacht?
Omdat hij vanuit Milaan naar Schotland was ge- reisd om er het leven van een aartsbisschop te redden, stond Cardano in het midden van de zestiende eeuw in heel Europa als arts bekend. Zijn echte passie lag echter in de wiskunde.
Hij publiceerde een boek waar- in hij de complete wiskundige kennis van zijn tijd netjes op een rij had gezet en hij bracht terloops ook de algebra nog een paar stappen voorwaarts.
Toen hij zich kort voor zijn dood nog aan een autobiografie (Mijn Leven) waagde, kon hij trots meedelen dat hij veertigduizend wiskundige vraagstukken had opge- lost en tweehonderdduizend kleinere kwesties.
Cardano was ervan overtuigd dat alles in dit bestaan in cijfers kon worden gevat. Tegelijk geloofde hij in een persoonlijke demon, in een engelbewaarder, in de kracht van zijn aura, in zijn eigen helderziendheid en in boodschappen uit hogere sferen.
Vijfentwintig jaar lang dobbelde hij elke dag als een gek. Soms was hij zeer rijk en vaak straatarm. Hij doceerde aan alle Noord-Italiaanse universiteiten en droeg het baldakijn bij de intocht van Keizer Karel V in Milaan, om maar iets te noemen.
Hij was altijd heerlijk tegendraads: ‘Ik erken dat er onder mijn kwade neigingen een is die een bijzondere en grote plaats inneemt, en hieraan blijf ik ook toegeven, namelijk dat ik niets met zoveel genoegen te berde breng als wat slecht valt bij mijn toehoorders.
Willens en wetens blijf ik vasthouden aan deze gewoonte.’ Zo schreef hij op zijn 75ste. Op die manier belandde hij al eens in de gevangenis. Zijn geliefde oudste zoon diende zijn vrouw een broodje arsenicum toe, kreeg geen genade en werd publiekelijk onthoofd.
Een diplomatische Cardano had dit misschien kunnen voorkomen.
Op zekere dag ontmoette hij een man uit Bratislava die hem een constructie liet zien – het ‘ringeninstrument’ – die bestond uit drie ringen die in elkaar pasten en met elkaar ver- bonden waren via haaks op elkaar gerichte draaipunten.
Hierdoor kon de binnenste ring horizontaal in balans blijven, ongeacht de stand die de buitenste ring innam. Cardano schreef erover, zoals hij over alles schreef, over het principe namelijk waarop de cardanas steunt.
Tot op de dag van zijn dood verkondigde hij – zonder schaamte – vooral te streven naar het voortbestaan van zijn naam. Zestig uitvindingen had hij op zijn naam staan. Mocht hij zeker zijn van eeuwige roem?
De ironie van het lot wil dat zijn naam ging naar een principe dat hij alleen maar had opgeschreven.