Ruisonderdrukking

Om zijn oplossing te verkopen moest hij eerst een probleem aanpraten

Ray Dolby (Portland, Oregon, 18 januari 1933)

Eind 1963, 30 jaar oud, reisde de Amerikaanse ingenieur Ray Dolby in opdracht van de Unesco door India om er in de ashrams sitarmuziek op te nemen. Hij ergerde zich blauw aan de kwaliteit van de opnamen, waarbij permanent een zacht geruis te horen was.

Per bus en per trein reizend naar steden zoals New Delhi en Bangalore keeg hij het idee de opname in twee kanalen te splitsen, een zacht en een luid, en die bij weergave om te keren. Een eenvoudig soort compressie waardoor de luisteraar minder ruis waarneemt.

Bij zijn terugkeer in Engeland, in mei 1965, richtte hij in Londen een kleine firma op (vier werknemers) om dit
systeem voor ruisonderdrukking te ontwikkelen. Al in november kon hij aan de platenfirma Decca Records een demonstratie geven. In januari 1966 kocht Decca, dat in 1962 de wonderbare talenten van de Beatles niet had onderkend, zijn eerste negen toestellen.

Dolby was on its way. Nu staat zijn naam, of het dubbele-D-logo van zijn bedrijf, op haast alle elektronische producten, van auto’s tot dvd-spelers en hd-televisies. Sinds 1975 zijn er wereldwijd tienduizenden bioscopen met Dolby-Stereo-installaties uitgerust.

Dolby is de industriële standaard voor films. Ray Dolby was niet alleen een gepassioneerd uitvinder, maar ook een gewiekst zakenman.

Ray Milton Dolby werd op 18 januari 1933 geboren in Portland, Oregon. Als kind wou hij weten hoe alles werkte. Op zijn elfde repareerde hij de kleppen van zijn vaders oude Plymouth-auto. Hij speelde piano en schakelde over naar trompet en klarinet.

Hij was gek op muziek, maar hij wilde ook weten waarom de dingen klonken zoals ze klonken. Hoe een orgel werkte en hoe de pijpen trilden en hun verschillende geluiden voortbrachten.

Co-uitvinder van de videorecorder

Dolby Digital old logoNog tijdens zijn middelbareschooltijd nam Alexander Poniatoff, de bekende stichter van de elektronicafirma Ampex, hem onder zijn vleugels. Dolby studeerde naderhand aan de universiteit van Stanford, de bakermat van de Amerikaanse computerindustrie. In zijn vrije tijd was hij echter altijd bij Ampex te vinden. Begin jaren vijftig zat hij daar in een zeskoppige ploeg die als opdracht had een videorecorder te ontwikkelen. De directie kreeg in 1955 een prototype te zien, in 1957 was de machine – nog ter grootte van een halve kleerkast – klaar. De inbreng van de 22-jarige Dolby gold als fundamenteel. Hij studeerde in Stanford af in 1957 en doctoreerde vervolgens in Cambridge, waar hij ook zijn Duitse vrouw leerde kennen.

Na het Unesco-avontuur in India volgde het echte werk. De snelle aankoop van de platenfirma Decca gaf hem moed. Ray Dolby: ‘Ik dacht: met zo’n toestel word ik met open armen ontvangen. De mensen zullen blij zijn dat ik het ruisprobleem heb opgelost.

Het was een koude douche te ervaren hoe hoofdingenieurs van opnamestudio’s mij botweg vertelden dat ze helemaal geen ruisprobleem hadden.’ Niettemin waren tegen eind 1969 alle popmuziekstudio’s in Londen met Dolby-systemen uitgerust.

Die eerste toestellen kregen alleen een technische benaming. Toen Ray op zekere dag op weg naar een platenfirma in de lift stond, hoorde hij hoe twee ingenieurs het erover hadden dat ze die dag nog ‘twee Dolby’s’ moesten verhuizen.

Zijn achternaam werd zonder dat hij het zelf wist als handelsmerk gebruikt. Die troef zou hij verder uitspelen.

Tegen het einde van de jaren zestig opende hij een verkoopcentrale in New York. Vijf jaar later verhuisde hij met gezin en stafpersoneel naar San Francisco.

Over Ray doet het verhaal de ronde dat hij zich in die tijd bij zijn naaste medewerkers meldde met de woorden: ‘Dagmar en ik gaan terug naar Californië, San Francisco, en jullie komen met mij mee.’ Vanaf 1970 gingen Dolby en zijn vrouw op pad om aan Amerikaanse, Europese en Japanse fabrikanten van bandopnemers en geluidsinstallaties licenties te verkopen.

Zo kwam ‘Dolby’ in handen van de gewone consument.

De grote vraag was namelijk: hoe maak je van een relatief makkelijk te imiteren uitvinding een standaard zonder er de eigendomsrechten op te verliezen?

Dolby had in de gaten hoe het de videorecorder van Ampex verging. ‘Ampex stak al zijn tijd in een hopeloos juridisch gevecht om de technologie voor zichzelf te behouden’, zei hij. ‘Ik voorzag dat ik in dezelfde ellende verzeild zou raken als ik mijn systeem exclusief maakte.’ Dolby bedacht een geniale oplossing.

Hij controleerde patenten en handelsmerk zeer streng, maar hij verkocht ze tegen een extreem lage prijs.

De laagste marge bedroeg op zeker ogenblik 7,5 dollarcent per bandopnemer. ‘Van in het begin was het voor mij duidelijk dat een klein bedrag van een grote markt beter was dan het omgekeerde’, zei Dolby later. ‘Als het voor een fabrikant goedkoper was onze licentie te kopen dan ons te kopiëren, waarom zou hij dan niet voor de Dolby-techniek kiezen?’

Met kantoor in Hollywood

Dolby: ‘Toen ik mijn firma oprichtte was een van de grotere plannen het verbeteren van het filmgeluid. Maar ik moest wachten tot 1970 voor mijn bedrijf sterk genoeg was om er ingenieurs voor vrij te maken. De eerste Dolby-monofilm was Stanley Kubricks A Clockwork Orange in 1971.

Stereo volgde in 1973-1974; Dolby Stereo Surround, met vier geluidskanalen, in 1975 met Barbara Streisands film A Star is Born. Met de surround in Star Wars en Close Encounters of the Third Kind werd ook het brede publiek zich bewust van wat Dolby betekende.

Bioscoopuitbaters moesten volgen. Star Wars was ook de eerste van een hele reeks films die voor hun Dolby-technologie met een Oscar zijn onderscheiden. Enkele andere zijn: The Deerhunter, Amadeus, Dances With Wolves en Jurassic Park.

In 1976 vestigde Dolby zelfs een kantoor in Hollywood, waar ingenieurs van de firma de mixing van de films in de gaten houden. Het bedrijf bleef zich permanent ontwikkelen en vernieuwen. Ray Dolby: ‘Wat ik doe is te vergelijken met de verbetering van het beeld in de bioscoop.

Je vergroot het beeld van zo’n klein negatiefje gigantisch uit en je wilt betere kleur, meer scherpte, minder korrel. Hetzelfde geldt voor geluid.’

Een van de spectaculaire vernieuwingen is vandaag de digitale geluidsoverdracht voor bioscoopfilms. Naast beeld en geluid is op een traditionele filmband niet veel plaats meer. Dolby vond toch nog een plekje om de digitale informatie onder te brengen, namelijk tussen de tandgaatjes van de film.

Ook dit systeem is snel een standaard geworden. De nieuwe filmbanden kon je zowel in traditioneel als in geavanceerd uitgeruste bioscopen draaien en dat was de troef waarmee Dolby de concurrentie versloeg.

De jongste ontwikkeling in een eindeloze stroom van technologische innovatie is het beamen, het stralen, van digitale films naar de bioscoop. Ook digitale kopieën van films moeten nog fysiek worden aangeleverd.

Dolby heeft een techniek ontwikkeld om bioscoopfilms per satelliet naar de bioscopen sturen.

Dolby Laboratories, met hoofdkantoren in Londen en San Francisco, telt nauwelijks 1150 werknemers. Het bedrijf doet haast uitsluitend laboratoriumonderzoek, handelt in licenties en ziet toe op de toepassing ervan.

Wat apparatuur betreft maakt het zelf alleen toestellen voor de radio-, filmen muziekindustrie.

‘Bezorgdheid is de sleutel tot mijn succes’, zegt hij. ‘Dat is het verschil tussen een ingenieur, die over het algemeen goed weet hoe hij een probleem moet aanpakken en oplossen, en een uitvinder, die ’s nachts badend in koud zweet wakker wordt uit angst dat zijn opzet niet zal slagen.’

Privé is Dolby eigenaar van meer dan vijftig patenten. Zijn eerste dateert van toen hij 19 was. Ook privé heeft hij een laboratorium waarin hij aan eigen projecten werkt. Sinds 2005 is zijn bedrijf beursgenoteerd.

In de loop der jaren is de terughoudende, wat zwijgzame man bedolven onder nationale en internationale onderscheidingen. In 2004 werd hij opgenomen in de National Inventors Hall of Fame.

In de jongste Forbes-lijst van rijkste Amerikanen staat hij op het nummer 144 met een vermogen van 2,9 miljard dollar. Samen met zijn vrouw schonk ‘Dr.

Silence’ in 2006 16 miljoen dollar aan de Universiteit van Californië, San Francisco, voor de oprichting van een nieuw centrum voor stamcelonderzoek.

nl_NLNederlands