Ritssluiting

Koppige Zweed vindt twee grote liefdes in één keer

Otto Frederick Gideon Sundback (Odestugu, Jönköping, 24 april 1880 – Meadville, Pennsylvania, 21 juni 1954)

Een ritssluiting ziet er complex uit en dat is ze ook. Aan het eerste exemplaar is door opeenvolgende technici 31 jaar gesleuteld en het was de Zweed Sundback die in de Verenigde Staten het avontuur tot een goed einde bracht.

Otto Frederick Gideon Sundback studeerde voor elektrotechnisch ingenieur en reisde in 1905, 25 jaar oud, naar de Verenigde Staten waar op dat ogenblik ingenieurs te kort waren. Het eerste wat hij er deed was al zijn voornamen schrappen.

Hij vond ze allemaal afschuwelijk en tekende voor de rest van zijn leven alleen nog met de letter G. Hij kreeg meteen werk bij de elektriciteitsreus Westinghouse en mocht als tekenaar aan de slag op een studiebureau dat de plannen ontwierp voor de reusachtige Niagara-krachtcentrale.

Hij woonde en werkte in Pittsburgh niet zo ver van het stadje Meadville, waar een aantal mensen al vele jaren hun spaarcenten stopten in een bedrijfje dat toen nog Hook and Eye Company heette. Haken en ogen? Zo zag de oerritssluiting er ook uit, een soort ketting van haken en ogen.

Peter Aronson, de Zweedse mecanicien van het atelier, was aan het einde van zijn Latijn. De zaak stond dicht bij een bankroet. Via zijn Zweedse contacten kwam Aronson op het spoor van Sundback.

Hij riep diens hulp in, maar Sundback was niet geïnteresseerd. Op zekere dag kreeg Sundback ruzie met zijn baas en in een kwade bui ging hij een kijkje nemen in het bizarre minibedrijf waar iets met haken en ogen werd gemaakt. Daar ontmoette hij niet alleen Aronson maar ook diens dochter Elvira.

Het was liefde op het eerste gezicht. Ze trouwden en Sundback stortte zich op het complexe mechanisme waaraan toen al 15 jaar was geknutseld. De jonge Zweed ruilde zijn schitterende baan bij Westinghouse voor een krankzinnig avontuur.

Het personeel bestond ten slotte nog uit twee man: Sundback en een assistent. Om zijn drukwerk te betalen ging hij bij de drukker persen repareren. Voor een van zijn schuldeisers bouwde hij, bij wijze van betaling, zelfs een machine om paperclips te maken.

De mooie Elvira raakte zwanger, beviel van een kind en stierf in het kraambed. Om zijn verdriet te vergeten werkte de robuuste Sundback dag en nacht aan het vervloekte sluitingsmechanisme. Hij begon van nul af aan. Maar het mocht niet baten.

In 1912 ging het bedrijfje op de fles en Sundback trok zich als een kluizenaar terug in een kleine loods.

Op zekere dag, het was december 1913, kwam hij op het idee om de twee kanten van de sluiting te voorzien van identieke, zich in elkaar nestelende bekervormige elementen, hetzelfde dubbele tandjessysteem. Dat was de grote doorbraak.

Sundbacks genie bleek pas echt uit de revolutionaire machine waarmee de sluiting tot op een honderdste millimeter nauwkeurig kon worden geproduceerd: op dat ogenblik de meest precieze machine ter wereld. In 1914 kwam de moderne ritssluiting op de markt.

Jammer genoeg zat niemand op die sluiting te wachten. Kenners wisten dat het ding al honderd keer was mislukt. De meeste mensen hadden er nooit van gehoord en dus hadden ze er ook geen behoefte aan. Maar Sundback bleef gepassioneerd zijn uitvinding verfijnen.

De eerste bestelling kwam in 1917 van een firma die geldriemen voor het leger vervaardigde. Pas zes jaar later, toen de firma Goodrich rubberlaarsjes met een rits op de markt bracht, kon je van een succes spreken; 31 jaar had dit succes op zich laten wachten.

In 1937 telde Sundbacks firma 3400 werknemers. In 1973 kon ze in één werkshift 500 kilometer ritssluiting uitspuwen.

Sundback werd welgesteld en leefde nog lang en gelukkig. Hij hertrouwde en kreeg vier kinderen. Een vriend vertelde ooit dat dwars door zijn karakter een stenen muur liep.

In alles wat met zijn uitvindingen en experimenten te maken had, was hij zeer eigenzinnig, uiterst koppig en toonde hij geen geduld met mensen die hem niet konden volgen.

Aan de andere kant stond hij bekend om zijn ongewone gastvrijheid. Zoals die vriend zei: ‘Hij gaf een gast het gevoel dat elke gelegenheid uniek was en dat elke gast in het centrum van de belangstelling stond.

Hij sleepte niet alleen eten en drinken aan of stimuleerde de conversatie, hij zette vrienden en kennissen altijd aan tot het maken van muziek.’ Hij was dol op opera en had in zijn woonkamer een orgelautomaat staan. Zo vaak hij kon, keerde hij naar zijn geliefde Zweden terug.

Hij overleed in 1954 in het stadje Meadville, waar hij zijn grote liefde was tegengekomen en tegelijk ook die vervloekte haken-en-ogen waarvan hij een wereldsucces had gemaakt.

nl_NLNederlands