Revolver

Wekenlang turend naar het stuurwiel van een schip

Samuel Colt (Hartford, Connecticut, 19 juli 19, 1814 – Hartford, 10 januari 1862)

Op 11 oktober 1999, na 144 jaar revolvers te hebben geproduceerd, gooide de Amerikaanse wapenfabrikant Colt de handdoek in de ring. Het bedrijf stopte met de productie van revolvers – niet van andere wapens – nadat 29 Amerikaanse steden processen hadden aangespannen. Ze wilden namelijk een schadevergoeding voor de hoge kosten om misdrijven met vuurwapens te bestrijden, een strategie overgenomen van de succesvolle strijd tegen de tabaksindustrie.

‘Wapenfirma Colt haalt bakzeil’, ‘Rolls Royce van revolvers verdwijnt’, ‘Fabrikant cowboy-revolver zwicht voor wapengekletter’, ‘Colts zullen in de VS niet meer roken’, luidden de mooie titels.

Vijf dagen later zei de nieuwe president-directeur dat hij alleen de productielijnen opdoekte van de modellen die hij al jaren niet meer verkocht.

Ondanks het groeiend offensief van de antiwapenlobby, de procedures van de steden en de politieke heisa rond wapens doet de uitvinding van Sam Colt het beter dan ooit.

Ook tijdens zijn korte en woeste leven had Colt succes en rampspoed gekend. Hij werd in 1814 als zoon van een zijdehandelaar geboren in het Amerikaanse Hartford, Connecticut, waar de Coltfabrieken nog altijd gevestigd zijn. De school zei hem niets, zijn ouders vonden dat hij niet wou deugen.

Toen hij zes was, kon hij het ouderwetse pistool van die dagen al helemaal uit elkaar nemen en netjes reconstrueren. Op zijn tiende veroorzaakte hij een ontploffing waardoor een stuk van het ouderlijk dak wegvloog. Geen wonder dat hij nooit behoorlijk leerde schrijven.

Nog decennia later liet een zakenrelatie hem weten: ‘Ik wou dat je brieven schreef in een Engels dat ik ook anderen kan laten zien. Koop eens een woordenboek!’

Vier jaar nadat het dak wegvloog, liet hij heel het dorp weten dat hij ’s avonds op het plaatselijk meer een vlot in de lucht zou doen springen. Maar er liep iets fout. Na enig gerommel ging een zuil van modder de lucht in die de toeschouwers met een laag stinkend, zwart slijk bedekte.

De plaatselijke krant schreef: ‘Sammy moest rennen voor zijn leven, anders hadden de nieuwsgierigen hem als een kat in het meer verzopen.’

Het was voor zijn ouders dan ook een opluchting toen de jongeman op zijn zestiende aanmonsterde op een schip dat naar Calcutta voer. Tweehonderd jaar lang hadden honderden wapenexperts in de westerse wereld geknutseld om het vuurwapen te verbeteren.

En daar zat de jonge Colt op een schip en tuurde wekenlang naar het stuurrad. Het wiel draaide en kon in allerlei standen worden vastgezet. Stel dat je zo’n draaibare cilinder in een klassiek pistool zette.

Als je in die cilinder een aantal kogels stopte en hem na ieder schot zo liet draaien dat er een nieuwe kogel voor de loop kwam te zitten, dan zou je even zoveel schoten kunnen lossen, zonder te herladen.

Met een mes sneed Sammy uit een stuk grenenhout een model en hij noemde het een revolver, van to revolve, draaien, roteren. Het aandoenlijke houten ding, dat dateert uit 1830, is in het Coltmuseum in Pennsylvania nog altijd te zien.

Nadat hij opnieuw voet aan wal had gezet, bezocht hij plaatselijke smeden om zijn houten revolver in een metalen versie om te zetten. Het precisiewerk dat daarbij kwam kijken, wou niet al te best lukken. Het ontbrak de uitvinder aan kapitaal.

Als ‘dokter Colt’, bijgenaamd ‘dokter Painless’, reisde hij staden land af om met lachgas zieken tijdelijk van hun pijn te verlossen – prijs: 50 cent. Voor bomvolle zalen hield hij daar ook nog lezingen over – entree: 30 cent.

Tegen 1836 had hij voldoende financiële middelen om zijn nieuwe wapen te patenteren en een klein fabriek te bouwen. Maar het vreemde tuig kende geen succes. De conservatieve generaals wilden er niet van weten.

Colt installeerde zich in Washington en snelde van het ene drinkgelag naar het andere om generaals te vermurwen. Hij kocht journalisten om, hij liet lovende artikels over zichzelf schrijven en hij strooide smeergeld in het rond. Niets hielp en zijn fabriekje ging op de fles.

In de zomer van 1844 vielen vijftien Texas Rangers onder leiding van Captain Jack Hays in een hinderlaag van tachtig Comanche-indianen. Elke Ranger beschikte merkwaardig genoeg over een van de zeldzame colts. Met weinig moeite hakten ze daarmee ondanks de overmacht, de indianen in de pan. Het gevecht ging als ‘Hays’ Big Fight’ de Amerikaanse geschiedenis in. Plotseling bestelde de overheid duizend Colt-revolvers voor de cavalerie. Sam Colt bezat echter geen fabriek meer en moest ze elders laten vervaardigen. Enkele jaren later hadden de Texas Rangers extra wapens nodig om zich van Mexico af te scheiden.

Met de winsten van deze aankoop ging Colt in 1847 opnieuw van start. In het eerste jaar verkocht hij 20.000 stuks. Een jaar later kwam de goldrush richting San Francisco op gang en weer haalde de wapenmaker grote orders binnen.

Toen in 1861 de Amerikaanse burgeroorlog uitbrak was het hek helemaal van de dam. Colt leverde zijn revolvers vanzelfsprekend aan beide partijen.

Net toen het geld binnenstroomde, overleed hij aan een hartaanval. Hij was pas 47. Na een woest en ongeregeld leven was hij fysiek totaal uitgeput.

‘Niet God heeft de mensen gelijkgemaakt ‘, schreef een krant toen, ‘maar wel Samuel Colt.’ De firma Colt wordt vandaag geleid door William M. Keys, een gepensioneerde luitenantgeneraal van de Amerikaanse marine.

Hij ontdubbelde het bedrijf in 2002 in een voor burgerwapens (Colt’s Manufacturing Company) en een voor militaire wapens (Colt Defense).

Colt is de grootste leverancier van handwapens van het Amerikaanse leger. Het M4-geweer bijvoorbeeld is het Amerikaanse succeswapen in Irak en Afghanistan. Colt levert ook aan vijftien NAVO-landen; legers in negentig landen wereldwijd hebben Coltwapens in gebruik.

Aan het front is de oudste wapenmaker van de VS nog altijd nummer één.

nl_NLNederlands