Personentrein

Uitvinder van trein werd naast een spoorweg geboren

George Stephenson (Wylam, Newcastle-on-Tyne, 9 juni 1781 – Chesterfield, 12 augustus 1848)

Het idee om met een trein over een lange afstand vrachten en passagiers te vervoeren stamt van de Engelsman George Stephenson, die bij wijze van spreken naast een spoorlijntje werd geboren. Dat gebeurde in 1781 in het Engelse mijndorp Wylam, dat ook vandaag nauwelijks 2000 inwoners telt.

Op die lokale spoorlijn waren het de paarden die de vrachten steenkool voorttrokken. In de mijn even verderop waren de stoomketels van James Watt aan het werk om het water uit de mijn weg te pompen.

De vader van George was stoker van de pompmachine en de spoorlijn voor paarden liep langs het huis van het gezin.

Als kind al moest George voor een weduwe in de buurt op de ganzen en koeien passen en erover waken dat ze niet op de rails kwamen. ‘Naar school ben ik nooit geweest’, vertelde hij later voor een parlementscommis sie, ‘mijn ouders hadden geen geld om me naar school te sturen en toen ik negen jaar was, moest ik in de koolmijn gaan werken.

De eerste jaren als kolensorteerder; op mijn zeventiende werd ik stokersmaatje bij mijn vader.’

Vandaar dat Stephenson heel jong alles afwist van rails en van stoomketels. Hij had een natuurlijk talent om de krakkemikkige toestellen te repareren en ze ook te verbeteren.

Binnen de kortste keren kreeg hij de bijnaam ‘de machinedokter’ en werd hij in de hele mijnstreek gevraagd om reparaties uit te voeren. Hij was voor de mijneigenaars goud waard.

Ook fysiek maakte hij indruk. Hij was een beer van een vent, groot en sterk. Hij had een grote mond en liet zich graag verleiden tot een partijtje worstelen of boksen. Zelden moest hij het onderspit delven. Zijn ongeletterdheid speelde hem echter parten, zodat hij als volwassene nog avondles volgde. En hij construeerde zijn eerste stoomlocomotieven. In 1821 kreeg hij de opdracht een spoorweg van 38 kilometer uit te zetten tussen de mijnen van Stockton en Darlington. De lijn was zoals altijd voor paardentractie bestemd. Maar Stephenson liet meteen betere rails aanleggen. Hij verving de oude gietijzeren staven, die makkelijk stuk vlogen, door exemplaren van smeedijzer. Hij bedacht allerlei trucs om die staven beter te stabiliseren. Dat was letterlijk baanbrekend werk. In september 1825 had hij een spoorlijn klaar die zijn zware stoomlocomotieven kon dragen, zij het dat ze eigenlijk voor vrachtvervoer bestemd waren.

Tegen die tijd had Stephenson samen met zijn zoon Robert in Newcastle een eigen fabriekje voor de bouw van locomotieven opgericht. Begin 1825 waren ook de eerste metingen verricht om een spoorweg aan te leggen tussen de industriestad Liverpool en de havenstad Manchester.

De kanalen konden het vervoer niet meer aan, de wegen waren nauwelijks te berijden en de industriëlen stonden om de nieuwe route te trappelen. Maar de overheid en de landadel wilden niet mee.

En al wie leefde van het vervoer te land of te water, was bang voor de nieuwe concurrentie. Landmeters die de baan uitzetten, werden met stenen bekogeld en vanuit een hinderlaag beschoten. De landadel bracht een legertje op de been om de mannen van Stephenson het leven zuur te maken.
Voor een parlementscommissie voerden experts aan dat zwangere vrouwen door de confrontatie met een locomotief makkelijk een miskraam kregen; koeien gaven geen melk meer en kippen hielden op met eieren te leggen. Priesters wisten dat het werk van Stephenson het werk van de duivel was.

Dat de reus van Newcastle ook nog een dialect sprak dat geen mens verstond, was voor de communicatie niet echt bevorderlijk.

Stephenson verzon een list. Hij nodigde iedereen uit om een ritje te maken op het korte traject tussen Stockton en Darlington. En hij gaf een groot feest met als topattractie een snelheidswedstrijd tussen locomotieven. Een wedstrijd die hij met zijn Rocket-locomotief makkelijk won.

Bijna alle hoge heren gingen overstag. De laatste nukkige kerels stuurde hij gratis een pakketje aandelen van de nieuwe spoorlijn. Hij kocht ze gewoon om. En meteen waren alle bezwaren van de baan.

Vier jaar lang ploeterde Stephenson om de spoorlijn van 60 kilometer tussen Liverpool en Manchester aan te leggen, ook al omdat het traject dwars door een moeras liep. Maar op 15 september 1830 kon de eerste publieksspoorlijn plechtig worden geopend. Duizenden mensen stonden langs het traject om te zien hoe de trein met 30 kilometer per uur ‘voorbijraasde’. Heel Engeland sprak over Stephenson. Dat die dag door een ongeval – het eerste treinongeval – ook nog een parlementslid om het leven kwam, was snel vergeten.

De Rocket-locomotief, waarmee Stephenson zijn eerste wedstrijden won vasteland, vanuit Brussel richting Mechelen: het waren drie locomotieven met telkens een stel wagons met prominenten gevuld. De helse machines droegen de trotse namen De Pijl, Stephenson en De Olifant.

In de laatste zat niemand minder dan George Stephenson zelf. Al het materieel was in zijn ateliers vervaardigd. De eerste Nederlandse trein, De Arend, liep op 20 september 1939 vanuit Amsterdam naar Haarlem, een rit van 16 km en een klein halfuur.

Rond die tijd trok Stephenson zich terug op een riant buitenverblijf in de buurt van Chesterfield waar hij nog tien jaar van zijn rente leefde. Hij experimenteerde met het kweken van koeien, met een nieuw soort bemesting en nieuw dierlijk voedsel.

Of hij bedacht een methode om kippen in de helft van de tijd vet te mesten. Stephensons tweede vrouw overleed in 1845.

In augustus 1848 kwam hij op het minder goede idee nog een derde keer te trouwen. ’s Anderendaags overleed hij. De reus van Newcastle, die zelden een worstelpartij of een bokswedstrijd verloor, had voor één keer zichzelf overschat.

Treinliefhebbers kunnen nog altijd naar Chesterfield reizen, waar hij in de hoofdkerk begraven ligt.

nl_NLNederlands