Koffiefilter

De vrucht van een zondagse Kaffeeklatsch

Melitta Liebscher (Dresden, 31 januari 1873 – Minden, 29 juni 1950)

Melitta Liebscher werd in 1873 geboren in Dresden. Ze was getrouwd met Hugo Bentz, afdelingschef van een plaatselijk warenhuis en ze had twee zonen, een van negen en eentje van vier.

Op een zondagmiddag begin 1908 kwam ze samen met enkele vriendinnen tijdens de ‘Kaffeeklatsch’ op het idee om het koffiedik uit haar lievelingsdrank te weren.

Koffie werd in die dagen nog op z’n Turks gezet, met het koffiedik in het kopje, zoals vandaag nog in sommige landen rond de Middellandse Zee. Melitta nam een conservenblikje, maakte een aantal gaatjes in de bodem, knipte een passende cirkel uit een blad vloeipapier van haar zoontjes, schepte er wat vers gemalen koffie op en vond aldus de eerste papieren koffiefilter uit. Melitta testte het idee op het koffiekransje uit en het viel zeer in de smaak.

Ideaal kon het procedé niet genoemd worden, al was het maar omdat het dichte vloeipapier de koffie zeer traag liet doorsijpelen.

Melitta ging op zoek naar papiersoorten die zich beter leenden voor het filtreren, ze liet het blikje technisch verbeteren en uit messing vervaardigen en ze legde de hoogte op 13 centimeter vast: de oerfilter was klaar, tijd om een octrooi aan te vragen.

In de patentboeken van het keizerlijk octrooibureau in Berlijn zijn de namen van vrouwen zeldzaam. Op de datum van 8 juli 1908 springt tussen al die mannennamen ‘Melitta Bentz, geboren Liebscher’ in het oog.

De toen 35-jarige huisvrouw kreeg een octrooi voor ‘een met filterpapier werkende koffiefilter’, aldus de tekst, ‘met een gewelfde bodem en met schuin gerichte doorloopgaten.’

Een paar maanden later richtte ze in een kamertje van twee bij vier meter haar firma op. Haar man gaf zijn baan op om mee te werken. In de komende twintig jaar zou het gezin voortdurend in geldnood zitten, vaak omdat het bedrijf te snel groeide.

Een gewone werkdag bij de familie Bentz begon om vijf uur in de ochtend en eindigde zelden voor middernacht. Vele nachten werkten man en vrouw gewoon door om alle bestellingen af te werken. En tijdens het weekeinde werd er volgens de familiegeschiedenis pas echt gepeesd.

Vader Bentz verpakte en verzond de filterblaadjes eigenhandig.

Hij schreef zelf de rekeningen en voerde de hele correspondentie, daarbij ondersteund door Melitta die ook het huishouden voor haar rekening nam. Elke kromme spijker die Bentz in een binnenkomende zending vond, klopte hij recht.

Eindjes touw verzamelde hij om ze tot een handiger stuk aan elkaar de knopen. De eerste vijf jaar hadden ze niet eens het geld om een schrijfmachine te kopen. Hugo Bentz en zijn kinderen brachten met een handkar in de stad de bestellingen rond.

De Eerste Wereldoorlog legde het bedrijfje lam. Vader en zoon moesten in militaire dienst om in België strijd te leveren. In 1919 begonnen ze weer van nul af aan. In 1927 schaften ze zich hun eerste auto aan, een tweedehands Audi die het na elke honderd kilometer liet afweten. Dat jaar ook maakte het echtpaar, 54 jaar oud, zijn eerste toeristische uitstap, nog wel naar de Rijn.

Toen ze 63 werd, nam Melitta een patent op het filterzakje met een conische vorm, de vorm die vandaag het meest vertrouwd is. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had ze meer dan duizend mensen in dienst. Achteraf herrees de firma voor de tweede keer uit haar as.

Tot de laatste dag van haar leven bleef de bejaarde Melitta de drijvende kracht van het familiebedrijf. Ze overleed in 1950, 77 jaar oud. Voedingsonderzoekers in Rotterdam ontdekten in 1991 dat de papierfilter vetzuren en cholestorolverhogende elementen uit de koffie haalt.

nl_NLNederlands