Kevlar

Een troebele, melkwitte stof in plaats van een heldere

Stephanie Kwolek (Kensington, Pennsylvania, 31 juli 1923)

Stephanie Kwolek werd in 1923 geboren in Pennsylvania, aan de oostkust van de Verenigde Staten. Haar vader was een natuurliefhebber, die met haar door de velden en de bossen trok; samen verzamelden ze bladeren en bloemen en zaadjes, die ze in grote boeken plakten.

Van haar moeder kreeg ze de liefde voor naaiwerk en stoffen. Ze tekende allerlei kleren en samen met haar moeder naaide ze die dan ook. Ze dacht eraan modeontwerpster te worden. Haar vader stierf toen ze tien was, in het diepst van de Grote Depressie die Amerika teisterde.

Haar moeder moest in de fabriek gaan werken en de toekomst van de kleine Stephanie zag er niet zo rooskleurig uit.

Toen ze ouder werd, wilde ze huisarts worden: ‘Iets goeds doen voor de mensen.’ Ze behaalde een graad in de chemie en biologie. Maar ze had geen geld om verder te studeren. Ze dacht: ik werk eerst een paar jaar in de chemie, gewoon voor het geld, en zet daarna mijn artsenstudie verder.

Door een toeval kwam ze in 1946, op haar 23ste, bij de chemiereus Du Pont de Nemours terecht. Ze zou er veertig jaar blijven. Op foto’s met haar mannelijke collega’s valt op hoe klein ze van gestalte was, 1,55 meter, maar ze bleek wel de knapste onderzoekster te zijn.

Zelf vertelde ze daarover: ‘In de loop der jaren bleek dat ik dingen zag, die andere mensen niet zagen. Als een onderzoek niet loopt zoals ik het verwacht, geef ik nooit op, ik vecht terug, ik blijf zoeken en proberen om te zien of er toch niet iets is…’

Zo ging het ook op die rare dag in 1964. Haar ploeg had de opdracht gekregen naar een taaiere kunststof te zoeken om autobanden mee te verstevigen. Maandenlang combineerde Stephanie Kwolek chemische stoffen, mengde ze, verhitte ze en koelde ze af.

Op zekere dag ontstond in haar potjes een vreemde, troebele, melkwitte vloeistof in plaats van een heldere zoals het hoorde. Ze liep naar de man die een machine had om de mengsels tot draden te trekken.

Maar die zei: ‘Er zitten stukjes in, die gaan mijn machine doen verstoppen.’ Ze haalde de stukjes eruit en bleef de man aan zijn oren zeuren om de spintest te doen. Uit ellende gaf hij toe en zie daar: je kon er wel degelijk draden van trekken.

Later bleek dat Stephanie Kwolek een wonderbaarlijke materiaal had ontdekt: een stof die vederlicht was en vijf keer sterker dan staal. Onder water zelfs twintig keer sterker dan staal.

De stof kreeg de naam kevlar (een willekeurig woord), vandaag het bekendst om het gebruik ervan in kogelvrije vesten. Maar kevlar kent meer dan 200 toepassingen; het zit bijvoorbeeld in radiaalbanden, ski’s, en veiligheidshelmen.

Stephanie Kwolek bleef bij DuPont totdat ze in 1986 met pensioen ging. Van haar premie kocht ze meteen een nieuwe naaimachine. Ze bezit nog altijd de liefde voor het maken van kleren en werkt graag in de tuin, met de natuurliefde van haar vader.

Met kevlar heeft DuPont inmiddels honderden miljoenen dollars verdiend.

Is Stephanie welgesteld geworden? ‘Neen’, zegt ze, ‘zo gaat dat vaak als je voor een firma werkt. Maar tegenover mij in de straat woont een man die voor de FBI werkt.

Af en toe komt hij bij mij aanbellen; hij heeft dan altijd een politieman mee van wie het leven door een kogelvrij vest is gered.

En dan zegt de FBI-man: ‘Kijk, hier is de vrouw die je leven heeft gered.’ Het gevoel echt iets te hebben bijgedragen tot het welzijn van de mensheid, is voor mij belangrijker dan miljoenen dollars.’

Inmiddels is ze wel vaak onderscheiden. In 1995 kreeg ze een plaats in de Amerikaanse Inventors Hall of Fame, als vierde vrouw onder 119 uitvinders. Naast grote heren als Thomas Edison, Henry Ford, Graham Bell en Louis Pasteur.
(Zie ook: gore-tex, nylon, teflon, tupperware)

nl_NLNederlands