Mauve

Achttienjarige ontwikkelt eerste chemische kleurstof

Sir William Perkin (Londen, 12 maart 1838 – Sudbury, Middlesex, 14 juli 1907)

Vóór William Perkin op het toneel verscheen, kwamen kleuren alleen uit de natuur voort, uit stenen, planten of dieren. De kleurstoffen waren schaars, duur en niet wasbestendig; alleen rijke mensen konden zich kleuren veroorloven.

William Perkin was op die memorabele dag in 1856 nog maar achttien jaar oud, maar hij was wel al drie jaar student aan het Londense Royal College, de jongste student die de universiteit ooit had gekend.

Zijn scheikundeprofessor was al jaren op zoek naar een chemische manier om kinine na te bootsen. Kinine kwam uit de bast van een zeldzame boom en was schaars.

Het was het enige middel tegen malaria, een ziekte die 150 jaar geleden zowel in New York als in West-Europa nog dodelijke slachtoffers maakte.

Perkin had op een zolderkamertje thuis een armoedig amateurlaboratorium ingericht. Het vertrek had geen stromend water en geen verwarming en had als verlichting een ouderwetse spirituslamp. Niet de ruimte om een wonder te verrichten.

Toen op een avond in 1856 een van zijn kinineproeven alweer mislukt was, bleef een roodachtig poeder over. Perkin nieuwsgierigheid was gewekt en hij herhaalde de test in combinatie met aniline, een pas ontdekte stof afkomstig uit koolteer. Zo verkreeg hij een volmaakt zwart product.

Hij droogde het, zuiver de het en dat gaf na aanlengen met wijnspiritus een mauve stof.

De oude Perkin zou later over zijn ontdekking heel nonchalant doen, alsof hij ze terloops had gedaan. Niettemin had hij als jongeman een behoorlijk ingewikkelde proef uitgevoerd.

Nog origineler was dat hij een strook zijde met de schitterende kleur doordrenkte, ze een stevige wasbeurt gaf en vaststelde dat de zijde haar kleur behield.

De vloeibare aniline die hij nodig had, was nog zeldzaam; de jongeman had nog nooit een voet in een fabriek gezet en hij wist niets af van het verven van textiel. Toch vatte hij het plan op om de stof industrieel te produceren. Zijn professor walgde van het idee.

Hoe was het mogelijk dat een veelbelovende scheikundige de universiteit verliet om de vulgaire bezigheden van een fabrikant na te gaan? Het grootste obstakel was wel dat Perkin geen rooie duit bezat.

Zijn vader had wel geld, maar hij was niet uitzonderlijk vermogend. Hij bleek bereid te zijn laatste spaarcenten in het gekke idee van zijn zoon te stoppen.

Vader Perkin zette een aantal kleine gebouwen neer en Willliam knutselde de kookketels en chemische instrumenten in elkaar. ‘Een mirakel’, zeiden experts, ‘dat die jonge Perkin niet met zijn hele fabriekje in de lucht is gevlogen.’

Eind 1857 waren de eerste liters klaar van zijn ‘mauve’, een Frans woord voor het Nederlands ‘malve’, de malveplant, die dezelfde kleur bezit. De eerste maanden gebeurde er helemaal niets. De Perkins dachten dat hun ondergang nabij was.

Op zekere dag vond de Franse keizerin Eugénie, het modeboegbeeld van die dagen, dat de kleur goed bij haar ogen paste. Heel Parijs was verrast bij het zien van haar oogverblindende, nieuwe, mauve kleren.

Koningin Victoria wilde hiervoor niet onderdoen en droeg in 1858 mauve bij het huwelijk van haar dochter.

En toen was het hek van de dam. ‘Als je vandaag de dag door Londen wandelt’, schreef een bezoeker, ‘ga je denken dat er met je ogen iets niet in orde is. Het lijkt wel of de hele wereld mauve is geworden.’

Omdat de kleur chemisch was samengesteld en Perkin meteen een octrooi had genomen, kon alleen hij de stof onbeperkt leveren. Op zijn 21ste was hij steenrijk. Een paar jaar later bouwde hij een groot huis op het platteland; hij verkocht zijn bedrijf en ging bij wijze van spreken met pensioen.

De bescheiden Perkin verdween in de vergetelheid, wijdde zijn leven aan chemische experimenten en legde zich toe op godvruchtige werken.

In 1906, een jaar voor zijn dood, vierden de Britse chemici het vijftigjarig bestaan van ‘mauve’. Tot hun verbijstering bleek Perkin nog in leven te zijn. Heel even werd hij als stichter van de chemische industrie op het podium gezet en onderscheiden.

De oude Perkin was stomverbaasd dat hij het nog leuk vond ook. De wereld telde toen al tweeduizend chemische kleuren. Jammer genoeg voor de Britten waren ze allemaal door Duitsers – door Bayer, BASF, AGFA en Hoechst – te voorschijn getoverd.

Het was ook een Duitser die met behulp van Perkins uitvinding rond die tijd de chemotherapie uitvond.

(Zie ook: chemotherapie)

nl_NLNederlands