Franse likeur
Naar de heilige Benedictus in de benedictijnenabdij in Fécamp, Normandië.
Rond 1510 zou de benedictijnenoverste Dom Bernardo Vincelli de drank hebben ‘ontworpen’ als versterkend middel voor vermoeide monniken. Het hoofdbestanddeel is eau de vie met toevoeging van zevenentwintig kruiden, planten, wortels, schilletjes en velletjes.
Tijdens de Franse Revolutie werd de abdij verwoest. De samenstelling van de likeur bleef geheim, tot een zekere Alexandre le Grand in 1863 het recept in een bibliotheek vond en het elixir begon te stoken in een branderij die op de plaats van de voormalige abdij staat.
Het eerste jaar gingen 28.000 flessen van de hand,tienjaarlater150.000stuks.Vandaagzijnhet miljoenen liters.
Op de etiketten van benedictine staat altijd DOM, de afkorting van Deo optimo maximo: voor God, de beste en de grootste. Benedictine is verwant met chartreuse, een likeur die door de kartuizermonniken gestookt wordt.