bahái of bahaïsme

wereldgeloof

Naar de stichter Bahaullah (lett. heerlijkheid Gods), geestelijke naam van Mirza Hoesain Ali Noeri (Noer bij Teheran 1817 – Akko 1892).

Bahaullah was in 1844 een van de eerste volgelingen van de Bab (1819-1850), een religieuze leider die zich van de islam had losgemaakt. Na een aanslag op de sjah werd hij in 1852 gevangengenomen en verbannen naar Bagdad, Constantinopel en ten slotte, in 1868, naar de strafkolonie Akko in Palestina.

Hij benoemde zijn oudste zoon tot geestelijk erfgenaam.

Het bahaïsme leert dat alle religies voortkomen uit een zelfde goddelijke bron en dat de openbaring altijd voortduurt en toeneemt. De volgelingen worden aangespoord om een verzoenende wereldgemeenschap te vestigen op basis van de geschriften van de profeet en zijn opvolgers.

De leer kent geen beroepsgeestelijken, inwijdingen of riten.

Het geloof dook net na de Tweede Wereldoorlog in West-Europa op onder impuls van Amerikaanse ‘pioniers’. In hun spoor volgden Iraanse bahái-families die in hun land vanwege hun geloof werden vervolgd. Het Bahái Wereldcentrum bevindt zich in Haifa, Israël.

In Den Haag en Brussel zijn er nationale centra.

 

nl_NLNederlands