baedeker

reishandboek

Naar Karl Baedeker (Essen 1801 Koblenz 1859) en zijn opvolgers, uitgevers van de bekende reisgidsen.
Baedeker stamde uit een oud Westfaals geslacht van boekdrukkers. In 1827 arriveerde hij in Koblenz en opende er een boekhandel.

In 1828 verscheen het boek Die Rheinreise von Mainz bis Cöln, Handbuch für Schnellreisende van professor J.A. Klein. Toen deze overleed nam Baedeker in 1832 de rechten over en gaf hij een eigen herschreven editie uit. Van dan af toog hij zelf aan het werk.

Belgien und Holland uit 1839 was zijn eerste oorspronkelijk werk. Hij had in zijn bagage een exemplaar van de Red Books van de vermaarde Engelse uitgever John Murray. De Engelsen waren nu eenmaal de eerste toeristen op het Europese vasteland.

Baedeker raakte later met Murray bevriend en zou zijn boeken naderhand in dezelfde herkenbare rode kleur met gouden opdruk uitgeven.

Het bijzondere van deze reisgidsen was dat Baedeker alleen beschreef wat hij zelf had gezien of beleefd. Elke weg, elk station en elke bezienswaardigheid had hij zelf bezocht. Hij bleek onkreukbaar, zeker wat de kwaliteit van de restaurants en herbergen betrof. Een kistje wijn dat hij van een hotelhouder toegezonden kreeg, stuurde hij terug met de boodschap dat hij het pas zou aanvaarden als alle gasten er eentje kregen.

Hij reisde onopvallend, in sobere kleren en onder een schuilnaam, en meed het openbare leven, zodat hij niet kon worden herkend. Niemand wist hoe hij eruitzag.

Hij wou naar eigen zeggen de reiziger vooral onafhankelijk maken en hem bevrijden van personeel in het algemeen, zowel eigen bedienden als lastige gidsen, hotelemployés en al wie zich als hulp aanbood. ‘Wie land en mensen nader wil leren kennen, stelt vast dat ze als ketenen aan de voeten zijn, die elke beweging, vooral de geestelijke, belemmeren.’ Dus telde hij persoonlijk het aantal zuilen van de galerij van Sint-Pieter in Rome en controleerde hij hoe laat precies de missen in de Weense Stephansdom begonnen.

Baedeker was in hart en nieren een romanticus. Graag citeerde hij gedichten en met liefde beriep hij zich op de oude sagen en legenden. Hij meed het comfort van luxehotels en zocht zijn onderkomen het liefst in een eerlijke herberg met een betrouwbare waard.

Zo zette hij een trend in reizen.

De serie excellente (rode) reisgidsen maakte van zijn naam een begrip. Hij overleed in 1859 aan een hartkwaal. Zijn zonen Ernst, Karl en Fritz zetten zijn werk verder.

Cynisch detail: Duitse piloten gebruikten zijn gids voor het Verenigd Koninkrijk bij hun ‘baedeker-raids’ op Engelse steden in 1942.

 

nl_NLNederlands