akela

leider of leidster van een groep welpen bij de scouts

Naar Akela, de leider van de wolven – ‘de grote, grijze Eenzame’ – in de twee Jungle Books (1894, 1895) van Rudyard Kipling (1865-1936). Het verhaal van Mowgli, die tussen de dieren in de wildernis van India opgroeit, maakte Kipling wereld- beroemd.

Hij kreeg de Nobelprijs in 1907.

Robert Baden-Powell (1857-1941) stichtte in 1907 de jeugdorganisatie van de scouts. Kipling en Baden-Powell hadden elkaar in 1882 leren kennen in Lahore, India – een jonge verslaggever en een beginnend militair – en werden goede vrienden.

Ze ontmoetten elkaar opnieuw tijdens de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog, de bakermat van Baden-Powells padvindersbeweging. De twee mannen raakten achteraf ideologisch ver van elkaar verwijderd.

Baden-Powell zag zijn beweging in de loop der jaren meer als een middel om de internationale vriendschap tussen de jeugd van verschillende landen te bewerkstelligen.

Voor Kipling bleef het scoutisme eerder een manier om de nationale weerbaarheid van de Britse jeugd ten gunste van het British Empire te verhogen. Ook de dood van zijn zoon John in de Eerste Wereldoorlog zou daar niets aan veranderen.

(zie ook baghera)

nl_NLNederlands