Al op zijn tiende wist hij alles van bakstenen en augurken
HENRY JOHN HEINZ (1844-1919)
Het magische Heinz-moment dateert van 1892. De 48-jarige Henry John Heinz had naam gemaakt met het pekelen, konfijten en bottelen van allerlei eetwaren toen hij op zekere dag in New York in een luchtspoortrein zat van waaruit hij een goed zicht had op de reclameborden van de stad.
Hij werd getroffen door een advertentie voor schoenen die je kon kopen in niet minder dan ‘21 styles’. Hij begon te tellen hoeveel verschillende producten hij zelf in zijn assortiment had zitten en eindigde ergens in de zestig, hij wist het niet precies.
Maar tijdens het turven bleef zijn geest vasthaken aan het getal 57. Een magisch getal, vond hij. Er ging kracht van uit en het klonk ook zo overtuigend. 57 was gewoon een goed getal.
Hij stapte uit de trein, begaf zich naar zijn reclametekenaar, ontwierp samen met hem een affiche met de slogan H.J.
Heinz and his 57 varieties en gaf opdracht om ze op alle trams in de Verenigde Staten te plakken. ‘Ook ik zelf,’ zo zei Heinz later, ‘besefte op dat ogenblik niet hoezeer die slogan zou aanslaan.’ Vandaag produceert het Heinz-concern over de hele wereld zo’n drieduizend verschillende producten, maar het cijfer 57 is op alle verpakkingen blijven staan.
Henry John, Harry voor de vrienden, had een uitgesproken talent om zijn naam bekendheid te geven. Zo redde hij volgens de overlevering in 1893 in zijn eentje de wereldexpo van Chicago van de ondergang.
Het aantal bezoekers was zo klein dat de organisatoren eraan dachten de beurs vroegtijdig te sluiten. Heinz kwam op het idee elke bezoeker een kleine koperen fiche te overhandigen die hij op de Heinz-stand voor een souvenir kon inruilen.
In een paar uur tijd was de hele stad op de hoogte. ‘De rush van bietsers en tafelschuimers op het departement eetwaren was zo groot,’ aldus een biograaf, ‘dat de vloer extra moest worden gestut.’ ‘The king of pickle’, de augurkenkoning, deelde er meer dan een miljoen augurkjes uit in de vorm van een horlogehangertje, later in de vorm van een speldje.
Tussen de augurkpukkeltjes stond overduidelijk de naam heinz te lezen. De organisatoren haalden opgelucht adem.
In 1899 liet hij voor de kust van Atlantic City een 300 meter lange pier bouwen met aan het uiteinde een enorme showroom, waarop het onvermijdelijke cijfer 57 prijkte.
Je kon er kookdemonstraties volgen, naar Heinz’ kunsten antiekcollectie kijken – hoogtepunt was een Egyptische mummie – en je kreeg altijd een groen augurkje opgespeld.
Tegen 1944, toen het bouwwerk door een orkaan in de oceaan verdween, hadden miljoenen Amerikanen de originele attractie bezocht.
Moeders tuin
Heinz wist van twee dingen alles af: van augurken en bakstenen. Hij was in 1844 geboren als oudste van de negen kinderen van Henry en Anna Margaretha Heinz.
De ouders waren afzonderlijk in 1840 en 1843 vanuit het Duitse Rijnland naar het land van belofte gereisd en hadden elkaar ontmoet in Pittsburgh, Pennsylvania. Zijn vader was een bouwondernemer die zijn stenen zelf bakte. Zijn moeder deed het huishouden.
Vanaf zijn achtste hielp hij haar in de moestuin achter hun huis in Sharpsburg, ten oosten van Pittsburgh, waar de Heinzen zich kort na Henry’s geboorte hadden gevestigd.
De 16 are grote tuin bracht nog meer voort dan het grote gezin nodig had. De kleine Henry, 9 jaar oud, legde de overschotten in een mand en verkocht ze van deur tot deur. Een jaar later had hij al een kruiwagen nodig, nog twee jaar later paard en kar.
Hij overtuigde zijn moeder van het nut van broeikassen en verdrievoudigde de bewerkte oppervlakte. Nog voor hij 16 werd had hij in de tuin drie vrouwen aan het werk en reed hij drie karrenvrachten per week naar de markten in Pittsburgh.
In zijn vrije tijd volgde hij De eerste grote lichtreclame (1200 lampen) van New York, les aan een handelsschool om gebouwd in 1900 de boekhouding van zijn vaders steenbakkerij te leren bijhouden.
Hij bedacht verwarmingspijpen en apparatuur om de stenen sneller te laten drogen, waarvoor zijn vader hem op zijn 21ste beloonde met aandeelhouderschap in het bedrijf.
Heinz bleef de rest van zijn leven een kenner van bakstenen. En werd er ook vele jaren later nog ergens in de Heinz-vestigingen gebouwd, dan dook de oude heer onvermijdelijk op om bij wijze van ontspan ning een stukje muur te metselen.
In 1869 ging hij in zee met twee broers van een vermogende Sharpsburgse familie om mierikswortel, selderijsaus en augurken in glazen potten op de markt te brengen. De potten van kleurloos glas waren een grote troef: de huisvrouwen konden de kwaliteit van de inhoud goed beoordelen.
De zaken groeiden razend snel, maar net nadat ze in 1874 een contract hadden ondertekend om komkommers en kool tegen een vaste prijs aan te kopen, kende het hele gebied een recordoogst.
Terwijl de markt met goedkope groenten werd overspoeld, moesten Heinz & Noble er forse bedragen voor neertellen. Binnen de kortste keren ging de zaak failliet.
Heinz, die alle aankooporders zelf had ondertekend, nam de verantwoordelijkheid persoonlijk op zich. Eind 1874 schreef hij in zijn dagboek : ‘Geen kerstgeschenken dit jaar.’ En hij opende een speciaal rekeningenboek met de titel ‘De morele verplichtingen van Henry J.
Heinz 1875.’ Als gefailleerde had hij geen wettelijke verplichtingen, toch zou hij in de loop der jaren de laatste dollar aan schulden afbetalen.
Modelfabriek
Henry was 31, had een vrouw en twee kinderen en bezat geen rooie duit meer. Met 1600 dollar die hij van zijn broer John en zijn neef Frederick leende en nog eens 1000 dollar van een vriend richtte hij op 14 februari 1876 onder de naam ‘F. en J. Heinz’ een nieuw voedselverwerkend bedrijf op.
De initialen waren die van zijn broer en neef omdat Henry zelf geen aandelen mocht bezitten. Frederick was een in Duitsland opgeleide bloemist en tuinman, John werkte als productie-inspecteur en Henry stond op de loonlijst als manager.
Twaalf jaar later, in 1888, besloot John naar het westen te trekken en Henry, vrij van schulden en morele verplichtingen, betaalde hem uit, reorganiseerde de firma en begon eindelijk onder zijn eigen naam: H.J. Heinz.
Aan de oevers van de Allegheny-rivier bouwde hij een modelfabriek waar in 1900 al duizend vrouwen kookten, mengden, etiketjes plakten en potjes vulden met augurken, pepers, zuurkool en tientallen sausjes – niet te vergeten tomatenketchup – en smeersels die alleen Heinz kon bedenken.
Hij verbond zakendoen op perfecte wijze met menslievendheid en maakte van die combinatie een commerciële troef. Het personeel kon beschikken over een bibliotheek en een zwembad, medische voorzieningen waren gratis, evenals de wekelijkse manicurebeurt.
Ook dat elke werkneemster een eigen kast had om haar spullen in op te bergen, was voor die dagen bijzonder.
In een tijd dat industriële slavenarbeid aan de orde van de dag was en vakbonden zich noodgedwongen organiseerden, reisden dichte drommen bezoekers naar Pittsburgh om er Heinz’ vrouwen in keurig gewassen werkkleding, met gesteven kapjes en met uitgeslapen gezichten te bewonderen.
Ook daar kreeg iedereen het vermaarde augurkje opgespeld.
Tegelijkertijd stond op Newyorks eerste elektrische lichtreclame, zes verdiepingen hoog op het kruispunt van Broadway en Fifth Avenue: Heinz 57 Good Things for the Table.
Maar Heinz was ook de enige voedselfabrikant in de Verenigde Staten die in 1904 en 1905 voor de strengere wetgeving inzake gezond voedsel pleitte, lobbyde en preekte. Voor de andere fabrikanten gold hij sindsdien als een verrader.
Aartsverzamelaar
Heinz was een verwoede verzamelaar. Wandelstokken en oude horloges, Venetiaans glas en Chinees aardewerk, kristallen, ivoorsnijwerk en Chinese stokjes, meerschuimen pijpen en oosterse tapijten, klokken, zwaarden en waaiers: niets was te groot of te zwaar om te verzamelen.
In zijn tien serres verzamelde hij planten, bomen en bloemen: 250 soorten orchideeën en 65 variëteiten van chrysanten. Hij maakte grote reizen door Europa en Japan en pleitte waar hij kon voor een goede interraciale verstandhouding.
Hij behoorde achtereenvolgens tot de lutherse, methodistische en presbyteriaanse kerk en werkte 25 jaar lang als inspecteur van zondagsscholen. Hij leidde persoonlijk de werkzaamheden om overstromingen van de Alleghenyrivier in te dijken.
Of zoals een biograaf schrijft : ‘Bij het tellen van de interesses die hij als gewone burger had, kon je makkelijk het getal 57 bereiken.’
Heinz kon geen vijf minuten stilzitten, maar kon wel uren door de fabriek lopen en met de arbeiders praten. Toen hem op de ochtend van zijn 71ste verjaardag naar zijn gezondheid werd gevraagd, sprong hij zonder antwoord te geven gewoon over de dichtstbijzijnde stoel.
Zijn chauffeurs wisten dat als ze in de stad in een file vastreden, hij meteen uit de auto sprong en zijn tocht te voet vervolgde. Vrijdag 9 mei 1919 bracht hij, 75 jaar oud, nog op kantoor door.
Zijn zoon, die in Europa verbleef, verzocht hij per brief twee kanonnen mee te brengen als souvenir van de Grote Oorlog. Bij zijn vertrek liep hij langs enkele arbeiders die elkaar op een stellage bakstenen toewierpen. Steen voor steen.
Gezwind klom hij op de stelling en zei: ‘In mijn tijd deden ze dat per vier.’ Vier lukte hem niet, maar per twee kon hij het makkelijk aan. Vanuit de kantoorramen keken de bedienden toe hoe de oude baas zich, ondanks de kille wind, in het zweet werkte.
Zo kenden ze hem. Zaterdags leek het alsof hij een lichte kou had gevat. Op woensdagmiddag stierf hij. Hij werd begraven op het Homewood Cemetery van Pittsburgh.
De kleine, energieke man met de grote snor gold toen al vele jaren samen met Andrew Carnegie en George Westinghouse als een van de ‘Lords of Pittsburgh’.
Dat je vandaag in bijna elke levensmiddelenzaak ter wereld een fles ketchup kunt kopen met daarop nog altijd die kleine augurk, de ‘57 varieties’ en het hachelijke geboortejaar 1869, zou Henry Heinz zelf allerminst verbaasd hebben.
Of zoals de The Wall Street Journal ooit schreef: ‘Voor de eeuwwisseling was hij een van de zeldzame Amerikanen die de hele wereld als zijn markt beschouwde.’
De erfgenamen van Henry John bezitten nog 30% van de aandelen. De achterkleinzoon van de stichter, de Republikeinse senator Henry John Heinz iii, kwam in 1991 bij een vliegtuigongeluk om het leven.
Zijn Mozambiquaanse weduwe Teresa leidt een filantropische Heinz-stichting die over meer dan een miljard dollar beschikt. Teresa Heinz staat in de top van rijkste Amerikanen van het economische weekblad Forbes, met een privé-vermogen van 760 miljoen dollar.
Sinds einde 2000 is H.J. Heinz in het bezit van de Nederlandse merken Honig, Koninklijke De Ruijter, Hak, Foodmark en het Belgische Anco, waarvoor het aan het csm-concern 380 miljoen dollar betaalde.
Tomato Ketchup
De ketchup zoals we die vandaag kennen is een uitvinding van Heinz. De directe voorloper van het huidige recept is een pittige saus die de Chinezen rond 1690 voor vis en gevogelte ontwikkelden. Ze bestond uit pekelnat van vis en schaaldieren, aangedikt met kruiden.
Britse scheepskoks probeerden de saus thuis na te bootsen. Ter vervanging van de Chinese kruiden gebruikten ze champignons, noten en komkommers. De tomaten zijn een Amerikaanse toevoeging. Een kookboek maakt in 1792 voor het eerst gewag van ‘tomato catsup’.
De saus zelf bereiden is ingewikkeld en neemt veel tijd in beslag. Heinz, die perfect wist hoe hij vrouwen tijd kon helpen te besparen, bracht zijn variant in 1876 op de markt. Met groot succes.
Het concern verkoopt wereldwijd enkele honderden verschillende producten waarin tomaten zijn verwerkt. Het heeft daarvoor jaarlijks twee miljoen ton tomaten nodig. In sommige landen is de ketchup aangepast aan de lokale smaak.
Vandaag de dag wordt ketchup gemaakt van tomaten, azijn, glucosestroop, zout en andere natuurlijke smaakmiddelen. Het basisrecept wordt als een militair geheim bewaard. In de Verenigde Staten zijn hooguit acht tot tien mensen van de samenstelling op de hoogte.
Het grootste verschil in smaak wordt bepaald door het suikergehalte. Groot-Brittannië en het Gemenebest zijn zoeter dan de VS. Centraal-Europa heeft samen met Nederland en België sterker gekruide varianten.
Deze laatste worden onder de benamingen hot ketchup, Mexican ketchup en curry ketchup in het Nederlandse Elst geproduceerd.
In 2000 verraste H.J. Heinz de wereld met groene ketchup, misschien het eerste product dat zelfs de stichter, toch de grootste vernieuwer, van zijn stuk zou hebben gebracht.