adamsappel

(strottenhoofd)

Naar Adam, de eerste mens in het bijbels scheppingsverhaal.

‘Adamsappel’, zegt Van Dale, ‘is in de ontleed- kunde het vooruitstekende bovenste gedeelte van het strottenhoofd, eigenlijk het schildkraakbeen.’ Het strottenhoofd vormt een scheiding tussen de voedings- en de luchtweg en is bepalend voor de stem.

Zowel mannen als vrouwen hebben bijgevolg een adamsappel. Bij de man is hij alleen groter en beter zichtbaar.

Volgens het scheppingsverhaal legde God een tuin aan in Eden. ‘Daarbij was ook de boom van het leven midden in de tuin en de boom van de kennis van goed en kwaad.’ ‘Van al de bomen in de tuin moogt gij vrij eten,’ zei God tot de eerste mens, ‘maar van de boom van de kennis van goed en kwaad zult gij niet eten, want op de dag dat gij daarvan eet, moet gij sterven.’ Later in het verhaal zag de vrouw ‘dat de boom begeerlijk was om van te eten, en dat hij een lust was voor het oog, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at.

Toen waren hun beider ogen geopend, en zij ontdekten, dat zij naakt waren: zij hechtten vijgenbladeren aaneen en maakten daar lendenschorten van.’

De bijbel spreekt dus nergens van een appel en al evenmin van een strottenhoofd. De oude joden

waren ervan overtuigd dat het om een vijgenboom ging, al werd een dadelpalm of een wijnstok niet uitgesloten. Het woord ‘vrucht’ werd in het Latijn vertaald door ‘pomum’. Dat stond vroeger voor alle fruitbomen en hun vruchten.

Het Latijnse woord voor ‘appel’ zou hier ‘malum’ geweest zijn, wat tegelijk ook ‘het kwade’ betekent.

Misschien ligt deze laatste dubbelzinnigheid aan de basis van de westerse keuze van de appel.

Volgens deskundigen is de appel mogelijk in het aards paradijs beland via de Griekse en Keltische mythologie, waarin de vrucht toebehoort aan liefdesgodinnen en aldus het symbool is van de begeerte, die altijd heel snel met de zonde in ver- band wordt gebracht.

In het Hooglied van Salomo, waarin opvallend veel appels voorkomen, staat in het Hebreeuws de zin: ‘Onder de appelboom wekte ik u, daar ont- ving u uw moeder.’ Dit werd in de tweede eeuw door Aquila van Pontus in het Grieks vertaald als: ‘Ik bracht u groot onder de appelboom; daar werdt gij bedorven.’ Hiëronymus (347-419) volgde die vertaling bij de omzetting van het Oude Testament in het Latijn.

De meeste godvruchtige verhalen over het leven van Adam en Eva zijn, zoals vele aprocriefe geschriften, tussen 200 voor en 200 na Christus ontstaan en opgetekend. Kennelijk vonden de auteurs dat Adam toch iets fysiek zichtbaars moest hebben overgehouden aan zijn domme beet.

Het klokhuis – vijgenpitten konden het niet zijn – van de verboden appel bleef de eerste mens als waarschuwing voor het hele mannelijke nageslacht in de keel steken.

De eerste verwijzingen in onze contreien naar de op- en neergaande viriele bobbel in de hals dateren uit de Middeleeuwen, maar waarschijnlijk is het beeld al veel vroeger gebruikt.

Een citrus- soort waarvan de goudgele schil vreemde inkepingen vertoont, kreeg van de specialisten later de naam citrus pomum adami. De sporen wezen erop dat de eerste mens er voor altijd zijn tanden in achtergelaten had.

Volgens een Vlaams volksverhaal was Adam alleen maar het slachtoffer, was hij boos toen hij van de beet hoorde, begon hij te tieren en te schel- den. ‘Terwijl dat Adam zijn redevoering aan ’t afsteken was, duwde ze hem met zo’n kracht op ’t onverwachts de appel in de mond, dat hij er een stuk uit beet en inslikte.

Adam hoestte, kuchte en kuimde. Zonder resultaat: het stuk appel bleef in zijn keelgat zitten; zo komt het dat het mansvolk een adamsappel heeft en een vrouwmens niet!’ Duidelijk een verhaal dat aan een mannelijk brein is ontsproten.

In de honderden verhalen met de appel als symbool van dood en leven komt het strottenhoofd alleen nog ter sprake in het sprookje van Sneeuw- witje. De appel veroorzaakt weliswaar haar dood, maar bij de kus van de prins springt het stuk weer uit haar keel en komt het lieve kind opnieuw tot leven.

nl_NLNederlands