Teflon

Op het juiste ogenblik een buis doormidden gezaagd

Roy Plunkett (New Carlisle, Ohio, 26 juni 1910 – Corpus Christi, Texas, 12 mei 1994)

Op de ochtend van 6 april 1938 arriveerde Roy Plunkett zoals elke dag in de laboratoria van Du Pont de Nemours in New Jersey. Hij was 28, had zijn scheikundediploma nog maar twee jaar op zak en had de opdracht een nieuw, niet-giftig koelmiddel voor ijskasten te ontwikkelen.

Enkele dagen eerder had hij een metalen buis gevuld met tetrafluorethyleen, een weinig gebruikt gas dat misschien koelende eigenschappen bezat.

Zijn assistent had net het deksel van de buis verwijderd, toen hij binnenkwam. ‘Er komt helemaal niets uit’, zei de man. ‘Vreemd’, zei Plunkett, ‘dat moeten we onderzoeken.’ Zat er in de cilinder misschien een klep vast?

Ze trokken een draad door de buis, maar die bleek helemaal open te zijn.

Plunkett besloot de cilinder te wegen. Een geniaal idee, zou later blijken. De buis was wel degelijk 60 gram zwaarder dan normaal. Er zat niets anders op dan ze doormidden te zagen.

Plunkett achteraf: ‘Ik was stomverbaasd, ik zei “gee whizz’’, er is iets fout gegaan.’ Tegen de wand van de buis zat een vettig, wasachtig, wit poeder. Niemand wist wat het was.

De firma droeg het onderzoek over naar een afdeling die meer ervaring had met dit soort dingen en Plunkett wierp zich weer op allerlei koelmiddelen. Zijn collega’s begonnen met de stof te experimenteren, voerden er alle mogelijk proeven mee uit en wat bleek?

De stof was inert, ze reageerde nergens op, niet op de sterkste zuren, niet op hitte – tot plus 260 graden Celsius – of niet op koude – tot min 240 graden; en niet op elektriciteit. Ze was roestvrij en geen enkel oplosmiddel kon ze oplossen.

Ze was ook extreem glad, nog gladder dan de gladste substantie in de natuur: nat ijs tegen nat ijs. Ze noemden de stof teflon: ‘tef ’ (hun afkorting voor tetrafluorethyleen) en ‘lon’ omdat bij Du Pont allerlei kunststoffen dat achtervoegsel droegen: perlon, orlon en nylon bijvoorbeeld.

Teflon reageerde ook niet op uranium en was meteen ook een gedroomd middel om de afsluitingen van de atoombom te verstevigen. Tot 1946 was de stof bijgevolg een Amerikaans staatsgeheim. Ook het menselijk lichaam stootte de stof niet af.

Zodat vandaag de dag alles en nog wat van teflon wordt vervaardigd: kunsthoornvlies, heupen kniegewrichten, delen van het oor, of luchtpijpen, hartkleppen en pezen.

Plunkett werkte nog tot zijn pensioen in 1975 aan koelmiddelen. Omdat hij in zijn jonge jaren op het idee was gekomen een buis met rare inhoud doormidden te zagen, werd hij met roem overladen.

In 1973 werd hij opgenomen in de Plastics Hall of Fame en in 1985 in de National Inventors Hall of Fame, de hoogste eer die een Amerikaanse uitvinder kan bereiken. In het Belgische Mechelen bouwde de firma DuPont in 1986 een nieuwe teflon-fabriek. Ook die is naar Roy Plunkett genoemd.

De tefalpan

Na de Tweede Wereldoorlog lag het wetenschappelijk onderzoek in Europa helemaal plat. In het kader van het Marshallplan verspreidde de Amerikaanse overheid monsters van teflon aan een aantal overheidsbedrijven in de geallieerde landen.
In Frankrijk kwam het terecht bij Onera, een voorloper van de vliegtuigbouwer Aerospatiale. Daar kreeg luchtvaartingenieur Marc Grégoire (1906-1996) het onder ogen. Zijn weduwe Colette Grégoire vertelde na zijn overlijden: ‘Marc was geïnteresseerd.

Hij klopte aan bij het kantoor van Du Pont de Nemours in Parijs met de vraag of ze teflon ook in vloeibare vorm hadden. DuPont bleek maar een paar gram in voorraad te hebben. “Het dient overigens tot niets”, zeiden ze. “Het kleeft nergens aan.”’

Marc Grégoire was een verwoed visser en zocht naar middelen om zijn vislijn met teflon te verstevigen. Hij vond een telescopische vislijn uit van glasvezel, met teflon als versterker. Maar de verkoop wilde niet vlotten.

Georgette Grégoire: ‘Als er iets was waar hij als ingenieur helemaal niets vanaf wist, dan was het van potten en pannen, de keuken.

Op zekere dag stonden we in de keuken naar een pan met kokende melk – die makkelijk aanbrandt – te kijken toen ik suggereerde om tegen dit aanbranden teflon te gebruiken. Zo ontstond het idee om teflon op aluminium (tef-al) te kleven.

Marc Grégoire fabriceerde op ambachtelijke wijze de eerste tefalkoekenpan in zijn eigen tuin. Ze werd alleen door mevrouw Grégoire gebruikt. Grégoire deed een beroep op zijn vriend en chemische ingenieur Louis Hartmann.

Ze namen een aluminiumvlak en veroorzaakten met zoutzuur talloze, zeer fijne groeven waaraan het teflon zich toch kon hechten.

Samen namen ze een eerste patent in 1954. Ze produceerden op kleine schaal en Georgette demonstreerde de pannen op jaarmarkten, beurzen en in warenhuizen. In 1956 richtten de twee ingenieurs hun bedrijf Tefal SA op in Sarcelles, Val d’Oise, en ze namen hun eerste werknemer in dienst.

In 1958 gingen een miljoen pannen de deur uit, in 1960 bijna drie miljoen. In 1968 nam SEB, een bedrijf in kleine huishoudelijke toestellen, Tefal over. Wie de oertefalpan van mevrouw Grégoire met eigen ogen wil zien, moet naar het museum van Du Pont de Nemours in Wilmington, Delaware.

nl_NLNederlands