Microchip

De dag dat alleen de nieuwkomer geen vakantie kreeg

Jack Kilby (Jefferson City, Missouri, 8 november 1923 – Dallas, 20 juni 2005)

Jack Kilby, de man die meer dan vijftig jaar geleden de computerchip uitvond, was bijna twee meter groot, fors gebouwd en hij loenste een beetje achter zijn dikke brilglazen. Hij kwam uit de landbouwstaat Kansas, maar werkte zijn halve leven in Texas.

Misschien dat hij daarom wat traag sprak en al zijn antwoorden begon met ‘well…’ en dan lange tijd helemaal niets zei. ‘The Humble Giant’, zo noemden zijn collega’s hem, de Bescheiden Reus.

‘Wij’, zo zei een van zijn gepensioneerde vrienden hem enkele jaren voor zijn dood in 2005, ‘hangen een beetje rond en drinken koffie, maar ik hoor dat jij nog altijd naar je kantoor gaat bij Texas Instruments.

Wat doe je daar eigenlijk?’ ‘Well,’ zei Jack Kilby, ‘ik ga er elke week een paar uur naartoe en drink daar vooral koffie.’

De dag dat alleen de nieuwkomer geen vakantie kreeg

Kilby’s vader was een ingenieur die de leiding had van een reeks kleine krachtcentrales in het westen van Kansas. Vanaf zijn twaalfde mocht hij mee op inspectietochten. Hij moet ongeveer veertien zijn geweest toen een ijzige storm alle telefoonlijnen en een aantal van die krachtcentrales platlegde. Samen met zijn vader ging hij op bezoek bij een radioamateur in de buurt, die contact legde met andere amateurs in de hele streek. Dat was het begin van Kilby’s belangstelling voor elektronica. Hij was niet zo goed in wiskunde en zakte voor het toelatingsexamen aan de vermaarde universiteit van Massachusetts.

Hij moest 500 punten hebben en behaalde er slechts 497. Zijn hele leven kon hij zich precies de algebravraagstukken herinneren waarop hij was afgeknapt. Hij studeerde dan maar voor elektrisch ingenieur aan een minder gerenommeerde universiteit.

Achteraf kwam hij in dienst bij een bedrijfje dat onder meer hoorapparaten vervaardigde. Daar leerde hij dat je alles altijd nog kleiner kon maken.

Begin mei 1958 arriveerde hij bij Texas Instruments. In juli, nauwelijks twee maanden later, kregen de werknemers collectief twee weken vakantie. Behalve Jack, die daarvoor niet lang genoeg in dienst was. De transistor was de grote nieuwigheid van die dagen.

De voornaamste bestanddelen van de vroege computer waren vacuümbuizen en transistors.

Het probleem waarop de ingenieurs vooral stuitten heette ‘de tirannie van het getal’. De vacuümbuizen hadden een korte levensduur en werden heel heet. De transistors bestonden uit talloze verbindingen die met de hand moesten worden aangebracht en gesoldeerd.

Elk soldeerpunt was een bron van ellende. De componenten waren zuiver getalmatig onpraktisch om betrouwbare, complexe onderdelen te produceren. Alles was te groot, te zwaar, te duur en vrat te veel elektriciteit.

Jack kwam die zomerdag in het lege laboratorium op het idee om het geheel van contacten en weerstanden in miniatuur te construeren, zijn eigen computer-madurodam. Hij bracht het geheel van draden en weerstanden samen in één enkel plaatje germanium ter grootte van een halve paperclip.

Op 12 september 1958 kon hij aan zijn baas demonstreren dat het werkte.

Het jaar daarop werd de computerchip of microchip in New York aan het publiek voorgesteld. Niemand kon toen voorzien dat het ding zo’n kolossaal aantal toepassingen zou krijgen. Het meest verbaasd over al die chiptoepassingen was de uitvinder zelf.

Hij dacht in die tijd alleen aan een systeem om computers en televisies goedkoper te maken. Zo’n kerstkaart die een muziekje speelt, hoefde voor Jack Kilby niet. Een stropdas met een deuntje nog minder.

Hoe verging het hem verder? In 1967 ontwikkelde

Zakrekenmachine tussen aanhalingstekens dan wel, want het ding woog nog altijd één kilogram. In 1970 vestigde Kilby zich als zelfstandig onderzoeker. Van dan af legde hij zich vooral toe op het ontwikkelen van goedkope zonnecellen. Zes jaar lang doceerde hij als hoogleraar aan de universiteit van Texas.
In het jaar 2000 kreeg de Amerikaanse ingenieur voor zijn uitvinding de Nobelprijs Natuurkunde… liefst 42 jaar na datum.

Kilby had de prijs niet meer verwacht. In oktober 2001 bouwde het stadje Great Bend, waar hij opgroeide, een feest. Het bestuur noemde een straat en een plein naar hem en de plannen voor een standbeeld kwamen op tafel.

Op zijn oude school hield hij een speech van exact twee zinnen. ‘Hoelang hebt u over de chip nagedacht’, vroegen de scholieren.

‘Een dag of twee’, zei hij. ‘Hoe voelt het aan om in het uitvindermuseum met een foto naast Henry Ford en Thomas Edison te hangen’, vroegen ze. ‘Het is zeer vleiend, maar het maakt een mens ook heel nederig’, aldus Kilby.

Dus leidde de bejaarde ingenieur zoals voorheen a simple lifestyle. Wie hem wilde bezoeken vond hem in hetzelfde huis dat hij in het wonderjaar 1958 kocht, toen hij in Texas kwam wonen. Na een kort gevecht met kanker overleed hij in 2005 in Dallas. Hij was 82.

nl_NLNederlands