Elpee

Geboren uit de diepe ergernis van een cellospeler

Peter Goldmark (Boedapest, 2 december 1906 – Rye, New York, 7 december 1977)

‘Je weet wel hoe het voelt als je bezig bent de liefde te bedrijven en als om de paar minuten de telefoon rinkelt’, zei Peter Goldmark vele jaren na de uitvinding van ‘zijn’ elpee. ‘Wel, dat gevoel had ik toen ik op een avond bij vrienden in New York na de lunch naar een nieuwe opname luisterde waar ze heel trots op waren.

Het gebeurde tijdens het eerste deel. Er was een klik, stilte, wat vreemde geluiden en dan liep de muziek verder. Opnieuw en opnieuw werd de muziek van Johannes Brahms onderbroken. Ik telde twaalf kanten voor de vier delen en elf onderbrekingen, waarvaner acht niet door de componist waren voorzien.

Dus acht verschrikkelijke momenten tijdens één vertolking. Ik was door de muziek betoverd en tegelijk werkte de opname me vreselijk op de zenuwen. Knarsetandend vroeg ik mijn vrienden om het concerto nog eens af te spelen, om de horror opnieuw te kunnen beleven.’

De compositie was het Tweede concerto voor piano van Brahms, gedirigeerd door Arturo Toscanini, met aan de piano Vladimir Horowitz. De opname was een 78-toerenplaat en die kon per kant niet meer dan vijf minuten muziek bevatten.

Dus had je voor één concert zes platen nodig die om de haverklap moesten worden gedraaid. Slachtoffer van de historische sessie was Peter Goldmark, een Hongaarse ingenieur die in 1945 voor CBS in New York werkte.

Wie zijn levensloop volgt, kan alleen maar vaststellen dat hij was voorbestemd om de langspeelplaat van vinyl te ontwikkelen. Die elpee is door het kleine cd’tje na 1982 van tafel geveegd, en dan stilaan weer overeind gekropen: jaar na jaar stijgt de productie van de aloude vinylplaat.

En daar zijn redenen voor. De productie loopt inmiddels weer in de vele miljoenen.

Goldmark zelf was een uitstekende cellospeler. Het onderbreken van de cellopartij in het Brahmsconcerto kon niemand harder treffen. Goldmark werd in 1906 geboren in een gefortuneerde familie in Boedapest.

Hij kreeg een opleiding in piano en cello en schrijft in zijn memoires hoe op een zonnige dag tijdens de burgeroorlog van 1919 in zijn huis een strijkkwartet speelde.

De ramen stonden open toen rebellen op de Donau passeerden en met een schot te kennen gaven dat de ramen moesten worden gesloten. Maar Goldmarks moeder beval het kwartet voort te spelen en bleef in haar zetel zitten.

Tot verbijstering van de zesjarige Goldmark veranderde ook een tweede schot, pal in het plafond, niets aan die situatie. Pas toen de uitvoering was afgelopen, sloot zijn moeder plechtig het raam.

Goldmark was als kind zeer geïnteresseerd in film. Hij studeerde voor ingenieur in Berlijn en Wenen en vond tussendoor de ‘Knietaster’ uit, een mechanisme waarmee je in je auto met je knie de hoorn kon activeren, dus met beide handen aan het stuur.

In 1933 belandde hij in New York en vanaf 1935 werkte hij voor CBS, Columbia Broadcasting Corporation, aan de ontwikkeling van de kleurentelevisie.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwierp hij voor de overheid een jammer, een instrument niet groter dan een schoendoos dat de vijandelijke radar van de wijs bracht. Geallieerde piloten hadden zijn jammer mee bij de bombardementen van Duitsland.

Ook bij de geallieerde invasie van Afrika en de landing in Normandië speelden Goldmarks ‘instrumenten’ een rol.

Na die memorabele avond in 1945 bij zijn vrienden in Manhattan werkte Goldmark aan een plaat die weerszijden minstens twintig minuten kon opslaan. Daar kwam vreselijk veel bij kijken. Goldmark trok voor alle facetten andere experts aan.

En aarzelde niet ze bij de concurrentie van RCA (Radio Corporation of Amerika, onder leiding van de machtige David Sarnoff) weg te halen.

Je had om te beginnen nieuw materiaal nodig. De 78-toerenplaat was nog van schellak gemaakt, een zo broze stof dat de plaat niet per post kon worden verzonden. Het nieuwe materiaal werd uiteindelijk polyvinylchloride (PVC).

Het moest een materiaal zijn waarin je meer en fijnere groeven – microgrooves – kon ontwikkelen om aldus tenminste 20 minuten muziek op één kant te krijgen. Een lagere snelheid – 33 1/3 toeren per minuut in plaats van 72 – was een andere truc.

De plaat werd sterker en lichter. Om een betere geluidskwaliteit te verkrijgen was de afspeelkop van de platendraaier cruciaal: de kwaliteit van de naald, het evenwicht van de kop.

Met industriële spionage kwam David Sarnoff van RCA ongeveer alles te weten wat zich in de laboratoria van CBS afspeelde.

Maar Goldmark nestelde zich met zijn experts in een paar kamertjes op de zoveelste verdieping van het hoofdkwartier in Madison Avenue zodat slechts een handvol mensen van de ontwikkeling op de hoogte waren.

Een van zijn belangrijkste medewerkers was ongetwijfeld René Snepvangers (1900-1967), een Antwerpenaar die in Gent voor ingenieur had gestudeerd en in 1939 in New York was beland.

Snepvangers wordt in de annalen van de Amerikaanse geluidsingenieurs zeer geprezen om zijn bijdrage tot de fine-groove recording. Op een congres in 2007 zijn de allereerste opnames van Snepvangers nog eens ten gehore gebracht. Op 21 juni 1948 was het zover.

Toen bracht de directeur van Columbia Records in het Waldorf Astoria Hotel in New York de eerste elpee ten gehore. Heel even ontstond nog een war of speeds, een oorlog van snelheden, toen concurrent RCA met een 45-toerenplaat tevoorschijn kwam. Maar begin 1950 nam ook RCA de 33 1/3 plaat over.

Te meer omdat Goldmark en Snepvangers al hun kennis voor de productie van hun elpee in een boek publiek maakten. Goed wetend dat dit de ultieme truc was om een wereldstandaard neer te zetten.

Goldmark patenteerde later nog meer dan 150 uitvindingen. Op 22 november 1977 kreeg hij van president Jimmy Carter de National Medal for Science.

Twee weken later kwam hij bij een auto-ongeval om het leven. ‘Peter had op één dag meer ideeën dan een andere mens in zijn hele leven’, zei CBS-baas Frank Stanton.

Bijna veertig jaar lang regeerde de elpee. Pas in 1987 gingen voor het eerst meer cd’s dan elpees over de toonbank. Voor het opnemen van een cd wordt een stuk van de toon die het menselijk gehoor niet waarneemt, gewoon weggekapt.

Maar dat stuk bepaalt wel mee de klank. ‘Een cd vergelijken met een lp is zoals astronautenvoedsel vergelijken met een rijkelijke maaltijd’, zeggen de vinylfans. Zodat de vinylproductie gestaag blijft stijgen.

Laat een reactie achter

nl_NLNederlands