Auto

Twee stijfkoppen ontwikkelen 60 km van elkaar elk apart de automobiel

Karl Benz (Karlsruhe, 25 november 1844 – Ladenburg, 4 april 1929)
Gottlieb Daimler (Schorndorf, 17 maart 1834 – Cannstatt, 6 maart 1900)

De moderne auto heeft twee uitvinders: Karl Benz en Gottlieb Daimler. Benz kwam uit het Duitse Baden en Daimler uit het aangrenzende Zwaben. Vanaf 1880 wisten ze allebei heel precies welke weg ze moesten gaan. Ze woonden zestig kilometer van elkaar en vertikten het van elkaar op te zoeken.

Het waren twee stijfkoppen die van elkaar niet wilden weten, ze vonden de auto twee keer uit.

Daimler bouwde in 1885 de eerste motorfiets uit de geschiedenis, dus met twee wielen en één motor. Benz nam op 26 januari 1886 een patent op een driewielige motorwagen, Daimler volgde in september van datzelfde jaar met een vierwieler. Autohistorici zijn het er later over eens geworden dat de auto in 1886 is geboren, en dat het vaderschap gelijkelijk aan Benz en Daimler moet worden toegekend.
Daimler was de oudste van de twee. Zijn vader was een bakker die vond dat zijn zoon wapenmaker moest worden.

Hij studeerde aan een hogere technische school, bezocht fabrieken in Frankrijk en Engeland en was enkele jaren directeur van een motorenfabriek in Keulen, voor hij op eigen krachten aan de slag ging. De vader van Benz was een van de eerste treinbestuurders van Duitsland.

Hij overleed erg jong aan een longontsteking. Karl Benz richtte na zijn studie een ijzergieterij op en ontwikkelde een tweetaktgasmotor voor stationair gebruik.

De twee uitvinders vertoonden op het eerste gezicht grote verschillen: Daimler was een man van de wereld, hij had veel gereisd en hij had geld verdiend. Benz zou zijn geboortestreek nooit verlaten en leefde het grootste deel van zijn leven in armoedige omstandigheden.

Daimler vond snelheidswedstrijden fantastisch; bij Benz wekten die alleen maar ergernis op. Een auto diende niet om te racen. Daimler was zeer opvliegend, een echte heethoofd. Benz was rustiger, hij wilde alleen maar auto’s bouwen.

Daimler wilde meer, voor hem moest alles bewegen: wielen, schepen, koetsen, ballons, hij zag het allemaal veel ruimer.

Maar ze leken ook op elkaar. Ze hadden allebei een grenzeloze ambitie, waren zeer doelbewust, werkten hard en hadden een enorm doorzettingsvermogen. Hun levensloop is een eeuwige strijd om het succes. Ze waren gewoon bezeten.

Toen de moeder van een technisch begaafde jongen ooit bij Daimler aankwam met de vraag of hij haar zoon het uitvinden wilde aanleren, antwoordde hij: ‘Dan moet de jongen alleen maar doen zoals ik.

Ik ben mijn hele leven elke dag om vijf uur opgestaan en heb tot ’s avonds acht uur gewerkt, met een middagpauze van een half uur.’
Geen van beiden werd getroffen door een geniale inval. Ze werkten in heel kleine stapjes met altijd nieuwe pogingen en kleine verbeteringen. Ze maakten allebei graag hun handen vuil en staken in hun fabrieken altijd een hand toe.

Als ze boos waren op hun arbeiders, en dat waren ze dikwijls, dan lag het verschil er alleen in dat Daimler als een gek begon te brullen, terwijl Benz heel rustig een hamer nam en het foute onderdeel voor de ogen van de arbeider stuksloeg.

Allebei hadden ze ook een steun en toeverlaat waarop ze hun hele leven konden rekenen. Voor Daimler was dat Wilhelm Maybach, een knappe constructeur en uitvinder die dertig jaar lang in de schaduw van Daimler bleef werken. Voor Benz was dit zijn vrouw, Berta Ringer. Berta kende alles van motoren en ze kon ze op proeftochten ook repareren. Als de benzinetoevoer verstopte, gebruikte ze de naald van haar hoed; en toen een ontstekingskabel was doorgesleten, ontdekte ze dat die met haar kousenband makkelijk kon worden geïsoleerd.

Het was ook Berta Benz die op een mooie ochtend in juli 1888, zonder medeweten van haar man, met haar zoontjes van vijftien en dertien op zo’n driewielmotorwagen de lange tocht van Mannheim naar Pforzheim aflegde, honderddertig kilometer ver. De eerste langeafstandsrit uit de geschiedenis.

Ze had er een hele dag voor nodig. Er kwam onderweg een smid aan te pas om de drijfriem te repareren, een schoenmaker moest nieuw leder op de remblokken aanbrengen en op een forse helling moesten twee boeren even een duwtje geven.

Onderweg deed ze ook een beroep op een apotheker, de enige man in de streek die over een kleine hoeveelheid benzine beschikte. Het was Berta Benz die als eerste de wereld liet zien dat de uitvinding van haar man meer was dan een stuk bizar speelgoed.

Of zoals Karl Benz zei: ‘Ik zou het nooit gedurfd hebben.’ Dappere Berta overleefde alle autopioniers. Ze stierf pas in 1944, 95 jaar oud.

Chemotherapie

Laat een reactie achter

nl_NLNederlands