Dopplereffect - Doppler
Op een mooie dag in 1845 had een Nederlandse geleerde een schitterend idee om uit te zoeken of het Dopplereffect echt bestond. Hij liet op de spoorweg tussen Utrecht en Maarssen een locomotief rijden met een hoornblazer aan boord. Op het perron luisterde een muziekkenner-met-een-absoluut-gehoor samen met een aantal deskundigen naar de toon van de passerend hoornist. Ze stelden vast dat de toon van de naderende blazer steeg, dat die bij het passeren van het perron op z’n hoogst was en dat hij na het voorbijrijden van de locomotief almaar lager werd. Hoewel de hoornist altijd dezelfde toon blies. Het experiment werd een aantal keren herhaald. Het verschil in toon bleek ook nog te dalen of te stijgen naarmate de locomotief langzamer of sneller reed. Daarmee was het Dopplereffect bewezen. Heel geleerd zegt dit effect dat de frequentie van een door een bron van licht of geluid uitgezonden golf verandert, als de bron of de waarnemer ten opzichte van elkaar bewegen. We kennen het allemaal van een ambulancewagen met sirene die ons nadert en dan voorbijrijdt. Alleen knappe koppen denken daar verder over na.
Het klinkt allemaal een beetje onnozel, maar als je vandaag de toepassingen van het Dopplereffect bekijkt dan moet je vaststellen: Doppler is overal. Je kunt ermee meten hoever de sterren van ons vandaan zijn, en of ze van ons wegvliegen of naderbij komen. Het Dopplereffect wordt gebruikt voor alles wat met navigatie van schepen, vliegtuigen en auto’s te maken heeft. Met dit vermaarde effect pakt de politie snelheidsovertreders. De hele radartechnologie steunt op Doppler. Dokters maken met Doppler een echografie van baby’s in de buik van zwangere moeders; met Doppler kan de dokter zien of de bloeddoorstroming in om het even welk lichaamsdeel normaal is. Juist ja, ook of de ouder wordende man door de penopauze is getroffen of door iets anders. Het zijn gewoon te veel toepassingen om op te noemen.
Onze vraag luidt natuurlijk: Wie was Doppler?
Christian Johann Doppler werd in 1803 in Salzburg geboren. Zijn vader was de belangrijkste exponent van een eeuwenoude dynastie van steenhouwers die altaren en kunstwerken bouwden in de streek van Augsburg, München, Passau en Salzburg. Vader Doppler werkte onder meer voor de Beierse koning Ludwig de eerste, hij had een academieopleiding genoten en werd later door de Weense kunstacademie onderscheiden. Christians oudere broer zette die traditie voort.
Christian zélf was het kneusje van de familie. Hij had een zwakke gezondheid en was niet sterk genoeg om het harde marmer te bewerken. Dus leerde hij door. Wiskunde was zijn passie, maar hij blonk er niet echt in uit. Hij rommelde wat als assistent, nam deel aan talloze examens voor een baan aan de universiteit of aan een hogeschool, maar dat wou niet lukken. Anderhalf jaar lang verdiende hij zijn brood als boekhouder in een katoenspinnerij. Hij verkocht zijn schaarse bezit en had zich al ter emigratie bij de Amerikaanse consul in Munchen gemeld, toen hij aan een middelbare technische school in Praag een baantje kreeg. Beetje bij beetje veroverde hij een volwaardig docentschap aan de plaatselijke technische hogeschool. Bij wijze van hobby schreef de ziekelijke wiskundeleraar artikelen over allerlei natuurkundige fenomenen. En zo kwam hij in 1842 met zijn ‘effect’ aandragen.
Tegen de kadaverdiscipline op zijn school was hij echter niet opgewassen. Ooit moest hij in 17 dagen tijd 256 studenten schriftelijk en mondeling voor wiskunde en algebra examineren. Eén keer kreeg hij voor het vak landmeetkunde 145 man in acht dagen te verwerken. Hij stortte in, lag twee jaar te bed en hij vertoonde de eerste tekenen van tuberculose.
Op 17 januari 1850 was hij vanwege zijn wonderlijke natuurkundige publicaties bekend genoeg om in Wenen tot directeur van een nieuw fysica-instituut te worden benoemd. Twee jaar later kreeg hij vakantie om met zijn zwakke longen het betere klimaat van Venetië op te zoeken. Niemand verwachtte hem nog terug. Kort na zijn vertrek al werd een opvolger benoemd. Op 17 maart 1853 - exact honderd vijftig jaar geleden - was hij dood.
Samen met grote heren als de componist Igor Stravinsky, de grote dansmeester Djaghilev, de meesterdichters Ezra Pound en Joseph Brodsky, ligt Doppler begraven op het vermaarde dodeneiland San Miquele, niet zover van het Venetiaanse San Marcoplein. Zijn mooi gerestaureerde grafsteen staat heel opvallend onder een arcade, het eerste graf links als je binnenkomt. Je kunt er niet naast kijken.
Ter gelegenheid van die honderd vijftigste verjaardag kunnen wij alleen maar het volgende zeggen: op ons dagelijks leven heeft het ‘effect’ van de onbekende Doppler heel zeker meer invloed gehad dan de vele bekende kunstenaars die hem daar gezelschap houden.